Nieuws van EarlyBird
Vroeg vreemdetalenonderwijs als middel om meertaligheid en wereldburgerschap te bevorderen
In gesprek met prof. dr. Rick de Graaff, hoogleraar en lector vreemdetalendidactiek en meertaligheid aan de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht
Vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) is voortdurend onderhevig aan ontwikkelingen. Evidence-informed werken vormt de basis van de EarlyBird-methodiek. Sinds 2010 hebben Rick de Graaff en EarlyBird in verschillende onderzoeken samengewerkt. In dit interview vertelt Rick over de ontwikkelingen op het gebied van vvto en zijn visie hierop.
“Met de inzet van bevlogen leerkrachten en een goed doordacht programma leren kinderen niet alleen Engels, maar groeien ze ook op als wereldburgers.”
In de beginfase van vvto richtte onderzoek zich vooral op de vraag waarom vroeg beginnen met Engels zinvol is. Het accent lijkt nu verschoven naar het ‘hoe’: Hoe geef je goed vvto? Klopt deze veronderstelling?
Ja, maar daarbij blijft de waarom-vraag wel nog steeds van belang. Er zijn belangrijke redenen om eerder met een vreemde taal te starten, zoals kinderen vertrouwd maken met meertaligheid en het bevorderen van spreekdurf. Leerlingen worden makkelijker communicatief doordat ze zich durven te uiten, leren improviseren en een andere kijk op de wereld krijgen. Daar kun je ook op andere manieren aan werken dan met vroeg Engels, maar met een programma waarin je Engels aanbiedt heb je daar heel goede gelegenheid voor.
Een goed vvto-programma vraagt echter een behoorlijke inspanning van de leerkrachten en de schoolorganisatie. Je doet het niet zomaar goed. Welke prioriteiten stel je als school? Welke keuzes maak je? Hoe kun je ervoor zorgen dat het er niet als losstaand vak bij komt, maar geïntegreerd met andere taalactiviteiten, wereldoriëntatie of burgerschap? Hoe kun je het integreren met aandacht voor meertaligheid en multiculturaliteit? Ook al die zaken spelen een rol bij de waarom-vraag en die lopen eigenlijk door de hoe-vraag heen.
Hoe doe je het dan Rick? What works best?
Er zijn vier indicatoren die van wezenlijk belang zijn voor goed vvto: de taalvaardigheid van de leerkracht, de didactiek die die leerkracht hanteert, de tijdsinvestering en het beleid van de school dat dat allemaal mogelijk maakt. Als school, zeker als je van groep 1 tot en met 8 vvto geeft, moet je er als team achter staan en een gezamenlijke aanpak hebben. Door goed beleid maak je mogelijk dat leerkrachten hun taalvaardigheid en taaldidactische vaardigheden verder kunnen ontwikkelen.
Dus je staat nog steeds achter je slogan: Hoe meer van het goede, hoe beter?
Zeker! Dat beter komt echter niet vanzelf. Je ziet dat scholen die er bewust voor kiezen om vanaf groep 1 te starten een succesvol programma hebben. Op scholen waar de leerkrachten met veel plezier en inzet aan het programma werken, zie je dat de leerlingen ervan profiteren. Als het op een motiverende manier gebeurt, vinden de leerlingen het geweldig. Essentieel is dat de leerkrachten over de juiste taaldidactische vaardigheden beschikken. We weten namelijk ook dat het niet genoeg is om het boek erbij te pakken, invuloefeningetjes te maken of ‘het digibord aan te zetten’. Als hulpmiddel is het natuurlijk prima om te gebruiken. Als leerkracht heb je echter meer in je didactiektrommel nodig om er iets goeds van te maken. Ik zie daar grotere een rol voor de pabo’s weggelegd dan nu vaak gebeurt. Vooral ook hoe je Engels creatief en functioneel kunt inzetten, in samenhang met andere domeinen: met muziek, met wereldoriëntatie, met creatief schrijven, noem maar op.
Stel, je hebt tijd en geld in overvloed. Waar zou jij nog verder onderzoek naar willen doen?
Ik vind het een gemiste kans dat er nog steeds scholen zijn die pas in groep 7 starten met Engels. Er zijn zoveel manieren waarop je Engels kunt integreren met andere taal-, inhouds- en vormingsactiviteiten. Er is verder onderzoek nodig naar hoe leerkrachten Engels niet alleen in kunnen zetten als leerdoel, maar ook als leermiddel in relatie tot andere doelen in het basisonderwijs.
Hoe zie jij de toekomst van het vvto op de basisscholen?
De toekomst van vvto ligt in het creëren van een robuust programma, waarin Engels als doel en middel wordt ingezet. Het doel is dan dat leerlingen niet alleen Engels leren, maar ook taalgevoeligheid ontwikkelen en meertaligheid begrijpen. In de herziene standaard vvto hebben we daar al iets over opgenomen. Het sluit ook aan bij de ontwikkeling van taal- en cultuurbewustzijn in het voortgezet onderwijs. Leerlingen worden niet alleen taalvaardiger, maar ontwikkelen een brede kijk op de wereld. Met de inzet van bevlogen leerkrachten en een goed doordacht programma leren kinderen niet alleen Engels, maar groeien ze ook op als wereldburgers.
EarlyBird heeft de afgelopen 20 jaar aan tal van onderzoeken meegewerkt, onder meer naar: de organisatie en inrichting van de EarlyBird-methodiek, het effect van vvto, digitaal leren van Engels, de lees- en schrijfvorderingen van de leerlingen en de CLIL-didactiek op de basisschool.