Nieuws van EarlyBird
In gesprek met… Kees van Meerkerk en Esther Witzier
meerscholendirecteur en vvto-coördinator van de Eben-Haëzerschool in Ottoland
Twintig procent van de basisscholen biedt Engels vanaf groep 1 aan. Om de kwaliteit te waarborgen is een Landelijke Standaard vvto ontwikkeld. Scholen die aan deze standaard willen voldoen kunnen zich laten visiteren en een landelijk erkend kwaliteitskeurmerk behalen. De Eben-Haëzerschool in Ottoland is één van deze scholen. De school heeft ondanks alle covid-perikelen de vierjaarlijkse hervisitatie glansrijk doorstaan. Waarom heeft de school gekozen voor het keurmerktraject? Hoe hebben zij de visitaties ervaren? Wat heeft het hun gebracht? We gaan in gesprek met Kees van Meerkerk en Esther Witzier, meerscholendirecteur en vvto-coördinator van de Eben-Haëzer.
Vanuit de gedachte ‘we kunnen er alleen maar beter van worden’ zijn we in het kwaliteitskeurmerktraject gestapt.
Waarom de keuze voor een kwaliteitskeurmerktraject?
Kees: “We waren op zoek naar een nieuwe methode Engels. Je zit dan met de vraag: ‘Voor welke groepen dan?’ Een methode koop je ongeveer voor 10 jaar. Hoe ziet de wereld er dan uit? Je kunt dat niet geheel overzien, maar wat we wel wisten is dat Engels een prominentere rol zou gaan spelen in het onderwijs. De wereld internationaliseert. De Engelse taal wordt dominanter en de kinderen worden daardoor veel meer met het Engels geconfronteerd dan 10-20 jaar geleden.”
“We waren het er allemaal mee eens dat Engels belangrijk wordt en dat we er iets mee moesten”, vult Esther aan. “Al snel viel het besluit vanaf groep 1 te starten. We hebben toen ook tegen elkaar gezegd: als we het doen, dan moeten we het goed doen. We willen dan ook dat een externe instantie beoordeelt of het ook zo is en dat de kwaliteit van ons onderwijs Engels zodanig is dat men zegt: Oké, dit is een keurmerk waard.”
“Kees vertelde ons toen dat er dan ook scholing aan vast zit. Daar schrokken wat leerkrachten van. Vraagt het ook wat van onze taalvaardigheid dan? Scholing op vakdidactisch gebied begrepen ze wel, maar de lessen in het Engels geven zorgde voor onzekerheid. Met elkaar hebben we toen gezegd: we gaan dit doen en we zetten onze schouders eronder. Vol goede moed zijn we met de cursus Classroom English begonnen.”
“We hebben toen heel veel met elkaar gelachen”, lacht Kees. “Een aantal konden het al heel goed en een paar bungelden wat onderaan. Ik hoorde bij de laatste groep! We trokken elkaar mee omhoog. Iedereen in het team deed mee, dus ik ook. Als je van het team iets vraagt, moet je zelf ook meedoen.” Esther knikt. “Ondanks de verschillende niveaus in de groep heeft iedereen er wat van geleerd. De trainer was zo enthousiast en had zoveel werkvormen. We hebben van haar geleerd dat Engels niet klakkeloos de handleiding volgen is. Jij als leerkracht doet er toe. Er zijn ook lessen geobserveerd en met de tips konden we weer verder.”
“Vanuit de gedachte ’we kunnen er alleen maar beter van worden’ zijn we in het kwaliteitskeurmerktraject gestapt”, zegt Kees.
En dan is daar het moment voor de eerste visitatie op weg naar…
“De scholing en ondersteuning heeft ons voldoende zelfvertrouwen gegeven om redelijk zelfverzekerd de eerste visitatie te doorstaan”, zegt Esther. Kees vult aan: “Natuurlijk roept het wel een bepaalde spanning bij leerkrachten op. Er komt iemand in de klas kijken. Daar moeten ze echter doorheen. En als ze dan ook nog eens positieve feedback krijgen… tel uit je winst! De eerste visitatie was een succes.”
De eerste visitatie heeft tot aanbevelingen geleid en toen moest er weer een schepje bovenop. Hoe is dat gegaan?
Esther: “Dat ging min of meer automatisch. We wilden allemaal naar het eindpunt. We werden heel goed begeleid en we kregen bruikbare tips en suggesties. We hebben de uitkomsten meerdere keren op vergaderingen terug laten komen. Wat ging er goed? Wat kan er beter?”
Kees: “De suggestie om een coördinator Engels te benoemen en het bij mijn taken weg te halen hebben we toentertijd ook ter harte genomen. Door de inzet van een coördinator loopt het programma. Esther zorgt ervoor dat Engels regelmatig een aantal keer per jaar op de agenda van de vergaderingen wordt gezet. Zij bewaakt het proces en ‘controleert’ of de afspraken worden nagekomen. We merken dat ook met ons rekenonderwijs. Ook daar hebben we een coördinator voor en ook die resultaten mogen er zijn.”
De visitatie tot certificering hebben jullie glansrijk doorstaan. En dan is het ineens weer een dikke vier jaar verder. Ondanks lockdowns, quarantaines en ziekteverzuim wilden jullie een hervisitatie.
“Iedereen staat voor goed onderwijs, maar dat is wel heel algemeen gesteld”, zegt Kees. “Ik ben er heel trots op dat we als school een keurmerk hebben en dit met elkaar bereikt hebben. Als team staan we hiervoor. We wilden dus graag het keurmerk behouden. Ook het bestuur is hier blij mee. Ze zouden het jammer vinden als wij geen keurmerk meer zouden hebben.”
Hoe heeft het team de visitaties ervaren?
Esther: “Iedereen is heel positief over de wijze waarop de visitaties worden ingevuld. Tijdens de audit wordt er vooral gekeken naar de dingen die goed gaan en wordt daarop aangesloten. We hebben weer veel bruikbare tips gekregen. Het bleek helemaal niet bedreigend te zijn. Ook bij de nagesprekken over de geobserveerde lessen is het fijn dat het geen feedback maar feedforward is.”
Kees vult aan: Ik word ook niet heel enthousiast van allemaal rode strepen in een schrift van een kind”.
Welke aanbevelingen neem je mee uit de hervisitatie?
Esther: “Ik wil met mijn collega’s de eindniveaus voor groep 8 bepalen. En daar een geschikte methode bij zoeken. Ik wil ook graag de bibliotheek meer uitbreiden en de scholing van de collega’s is ook een aandachtspunt. Door met het hele team workshops te volgen ontstaat er team spirit en gaan we er weer voor.”